Vanaf 1 januari 2025 krijgen partners erkend door Opgroeien en het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) een vaste plaats binnen elke zorgraad. En dus biedt het moment zich aan om samenwerkingen te smeden. Met deze reeks interviews inspireren we met enkele lopende en vooral boeiende samenwerkingen. Vandaag aan het woord: Valentine Lebacq en Bettina Kendip van zorgraad BruZEL en Joachim De Paepe van zorgraad Meetjesland.
Dubbelinterview: samenwerking en innovatie binnen de Eerstelijnszorg – deel 2
Vanaf 1 januari 2025 krijgen partners erkend door Agentschap Opgroeien en het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) een vaste plaats binnen elke zorgraad. Dit initiatief biedt nieuwe kansen voor intersectorale samenwerking en verzekert aandacht voor kinderen, jongeren en personen met een handicap. Met 2025 in zicht, biedt het moment zich aan om samenwerkingen uit te bouwen. Met deze reeks interviews inspireren we aan de hand van lopende samenwerkingen.
In dit dubbelinterview delen Valentine Lebacq en Bettina Kendip van zorgraad BruZEL (de Vlaams erkende eerstelijnszone voor de 19 Brusselse gemeenten) en Joachim De Paepe van de zorgraden Oost- en West-Meetjesland hun inzichten en ervaringen. De projecten, actief in hun respectievelijke eerstelijnszones, onderstrepen vooral de kracht van samenwerking en innovatie, ter ondersteuning van kwetsbare groepen.
Brussel: integratie en communicatie
Valentine Lebacq en Bettina Kendip delen hun ervaringen vanuit Brussel, waar de eerste lijn en de sector voor personen met een handicap via unieke initiatieven en netwerken naar elkaar toegroeien. Daarom eerst een woordje uitleg over deze initiatieven. Want hier bestaan al langer linken tussen de VAPH-partners en de eerstelijnsactoren. Zo leiden mobiele teams mensen naar de juiste ondersteuning. Ook kunnen Brusselaars met zorgnoden tot bij de eerste lijn gebracht worden dankzij overlegplatformen waar ruimte is voor o.a. casusbespreking. Daarnaast komen Brusselse afgevaardigden uit de Vlaams erkende sector voor personen met een handicap en hun samenwerkingspartners samen in het Brussels Regionaal Overleg Gehandicaptenzorg, afgekort BROG. Dit overlegplatform zet zich in voor inclusie van Brusselaars met een handicap. BruZEL kan sinds de opstart voortbouwen op de bestaande samenwerking tussen BROG en de vzw Huis voor Gezondheid die BruZEL huisvest. Zo neemt op dit moment een stafmedewerker van BruZEL deel aan het BROG en zetelt de voorzitter van het BROG als ondervoorzitter in de zorgraad, vanuit cluster Welzijn. Daarnaast zetelen nog twee zorgraadsleden uit de clusters Persoon met een Zorg- en Ondersteuningsnood (PZON) en Optionele partners in het BROG. Zij bewaken sinds de opstart van de eerstelijnszone de belangennvan de Brusselaars en partners gelinkt aan de VAPH-sector.
Wat is de meerwaarde van deze samenwerking voor de eerstelijnszone?
Valentine Lebacq, ondervoorzitter Zorgraad BruZEL steekt enthousiast van wal: “In Brussel zetten we sterk in op geïntegreerde zorg binnen de eerste lijn en het betrekken van de VAPH-sector hierin. Daarnaast willen we de toegang tot de eerste lijn verbeteren voor personen met een handicap wat gezondheid en welzijn betreft. Een eerste stap hierin is bestaande initiatieven, wensen en noden uit de gecombineerde netwerken samen te brengen en een forum aan te reiken via ons netwerk. We hopen zo de zorg te versterken voor zowel Brusselaars, als de gezondheidszorg- en welzijnsprofessionals uit de eerste lijn.”
Bettina Kendip, stafmedewerker Zorgraad BruZEL, beaamt: “De kracht van onze samenwerking ligt in de kennisuitwisseling en het afstemmen van ons aanbod. Door initiatieven zoals Zipster worden de verbindingen tussen verschillende zorgsectoren versterkt, Met andere woorden het brede werkveld kennis laten maken met het aanbod voor personen met een handicap, is een belangrijke stap richting geïntegreerd samenwerken.”
Wat is de meerwaarde van deze samenwerking voor de andere partners binnen het project?
Valentine Lebacq: “Aan de samenwerking tussen de sector voor personen met een handicap en het brede eerstelijnsveld wordt al lang gesleuteld. Toch stellen we vast dat zowel eerstelijnsprofessionals als Brusselaars de weg naar de juiste ondersteuning vaak niet vinden. Brusselaars met een handicap worden niet herkend of erkend, of komen niet tot de juiste zorg. Dit heeft ernstige gevolgen. De professionals die in de brede eerste lijn werken, missen soms de juiste kennis over de doelgroep en verwijsmogelijkheden. Door een betere verbinding hopen we niet alleen tot geïntegreerde samenwerking te komen, maar ook de juiste informatie en tools aan te bieden aan eerstelijnsprofessionals. En finaal vooral Brusselaars met een handicap sneller naar de zorg waarop ze recht hebben, toe te leiden.“
Bettina Kendip: “Een intensievere samenwerking tussen de VAPH-sector en de eerste lijn zorgt voor opportuniteiten, niet alleen op het vlak van welzijn en zorg, ook op vlak van preventie. Zo hebben we als eerstelijnszone in 2021-‘22 verschillende VAPH-voorzieningen ondersteund bij de COVID-19-vaccinatie van zowel hun cliënten als het personeel.”
Wanneer spreek je van een geslaagde samenwerking?
Valentine Lebacq: “In 2024 betekent een geslaagde samenwerking voor ons het verhogen van de zichtbaarheid van bestaande en nieuwe bruggen tussen de eerste lijn en de VAPH-sector. En vooral dat de actoren deze bruggen ook daadwerkelijk gebruiken. De zichtbaarheid dus van initiatieven en aanbod verhogen is noodzakelijk. En laat ons wel wezen: het is een continue uitdaging om in de complexiteit van Brussel te navigeren, maar door gezamenlijke inzet maken we significant een verschil.
Zijn er bepaalde valkuilen of uitdagingen binnen de samenwerking?
Bettina Kendip: “Zoals Valentine al aangaf; de complexiteit van de Brusselse realiteit maakt de samenwerking tussen de BROG-partners en BruZEL an sich
niet uitdagend, maar dit zorgt er wel voor dat we met meer moeten rekening houden om tot resultaat te komen. Brusselse partners staan in voor een zeer brede groep waar er sprake kan zijn van meervoudige problematieken.
Valentine Lebacq vult aan: “Dan hebben we het nog niet gehad over de ingewikkelde beleidslijnen voor handicap in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, waar het Vlaamse, bicommunautaire en Franstalige aanbod naast elkaar bestaan.
We weten dat niet iedere rechthebbende Brusselaar tot bij de juiste zorg en ondersteuning geraakt en al zeker niet in een eerstelijnszone waar aanbod en beleidsmaatregelen door en naast elkaar lopen. Ook daar hebben we onvoldoende kennis van elkaars diensten en mogelijkheden.”
Bettina Kendip: “In dit complexe landschap een concrete en betere samenwerking realiseren die voelbaar is, vormt een uitdaging. We riskeren te blijven hangen in elkaar leren kennen en overleg plegen. De doorstart naar concrete samenwerking is niet eenvoudig, maar wel de ambitie.”
Hoe gaan jullie deze samenwerking verduurzamen binnen jullie zone?
Bettina Kendip: ‘We benadrukken de focus op geïntegreerde zorg binnen de eerste lijn en het beter betrekken van de sector voor personen met een handicap. Door als eerste stap de zichtbaarheid te verhogen van zowel diensten en initiatieven binnen de sector als van de kennis en expertise van de VAPH-partners, hopen we de professionals binnen de eerstelijnszone bewust te maken van mogelijke partnerschappen, opleidingen en doorverwijsmogelijkheden. Door de BROG-leden en de brede Brusselse VAPH-sector op te nemen in ons netwerk kunnen we mee zorgen voor nieuwe samenwerkingsmogelijkheden waar de Brusselaar met een handicap alleen maar baat bij heeft.”
Meetjesland: een samenwerkingsverband genaamd MOPB
Kan je het project/de samenwerking even kort toelichten?
Joachim De Paepe van eerstelijnszones Oost- en West-Meetjesland licht het project toe; “Het Meetjeslands Overlegplatform voor Personen met een Beperking, kortweg MOPB, is een overlegplatform waar lokale en regionale VAPH-organisaties samenkomen. Het richt zich op samenwerking rond thema’s en knelpunten die de levenskwaliteit van personen met een beperking beïnvloeden. De stafmedewerkers van de zorgraad nemen deel aan het MOPB. Daarnaast zitten ook een aantal van onze bestuurders in het MOPB. Dat zorgt voor een goede wisselwerking.”
“Finaal kwamen we allemaal snel tot dezelfde conclusie: het heeft weinig zin als we dit alles naast elkaar gaan doen. Het gaat veel sterker zijn als we de krachten bundelen en dat gezamenlijk aanpakken. En met succes!”
Wat is de meerwaarde van deze samenwerking voor de ELZ?
Joachim: “De samenwerking met MOPB sluit nauw aan bij de doelstellingen van de zorgraad, voornamelijk rond toegankelijkheid. MOPB’s visie ondersteunt de missie van de zorgraad om kwetsbare groepen te ondersteunen en maakt de zorgraad alert voor behoeften waar zij anders aan voorbij zouden gaan. MOPB illustreert hoe samenwerking binnen de VAPH-sector leidt tot concrete verbeteringen. Een samenwerking die ons als zorgraad in staat heeft gesteld om toegankelijkheidsprojecten verder te ontwikkelen en uit te breiden met de garantie dat onze adviezen worden opgevolgd. Dat geeft de motivatie om door te gaan en onze doelstellingen te realiseren.”
Wat is de meerwaarde van deze samenwerking voor de andere partners binnen het project?
Joachim: “Door samen te werken met de zorgraad kan het MOPB gebruik maken van een breder intersectoraal netwerk. Als zorgraad zijn we een netwerkorganisatie, we zien het dan ook als onze rol om de connectie tussen het MOPB en andere partners uit ons netwerk te verstevigen. Het is ook echt een ambitie van het MOPB om meer intersectoraal te gaan werken, terwijl het overlegplatform wel vanuit één sector ontstaan is.”
Joachim gaat verder: “Het MOPB kan daarnaast gebruik maken van de omgevingsanalyses die we als ELZ bieden, net zoals alle andere partners in ons netwerk hier beroep op kunnen doen. Dit voorkomt dubbel werk en verrijkt de acties en strategieën van het MOPB. Als zorgraad kijken we ook hoe we voortdurend de verschillende partners kunnen meekrijgen om zo telkens kleine stappen vooruit te zetten. Zo zijn lokale besturen een belangrijke partner op vlak van toegankelijkheid, ze hebben een regiefunctie bv. over toegankelijkheid van sportclubs, jeugdbewegingen, speelpleinen…”
Wanneer spreek je van een geslaagde samenwerking?
Joachim: “Een geslaagde samenwerking manifesteert zich in het effectief realiseren in de praktijk van de gezamenlijke doelstellingen. Ook het overwinnen van sectorale grenzen en het realiseren van concrete verbeteringen in de toegankelijkheid van zorg benoem ik als een geslaagde samenwerking.”
Joachim: “We hebben vorig jaar met onze zorgraad een intensief participatietraject gelopen om tot ons nieuw beleidsplan te komen. Daarbij werden 14 ervaringsdeskundigen betrokken, zoals mantelzorgers, mensen met een fysieke beperking of psychische kwetsbaarheid, mensen met een armoede ervaring… Een aantal mensen uit deze groep zijn toegetreden tot het MOPB. Deze wisselwerking tussen de zorgraad en het MOPB vinden we ook een sterk voorbeeld van een geslaagde samenwerking.”
Zijn er bepaalde valkuilen of uitdagingen binnen de samenwerking?
Joachim: “Er zijn zeker valkuilen, maar ik heb wel het gevoel dat we die van in het begin goed hebben ondervangen. Zo is het niet de bedoeling dat het ene netwerk opgeslorpt wordt door het andere: elk netwerk moet zijn eigenheid kunnen behouden. Als je me dan toch een kwetsbaarheid laat benoemen, dan is dat MOPB een samenwerkingsverband is en geen VZW zoals de zorgraad. Met andere woorden, het staat of valt dus met het engagement van individuele leden. Daarom kiezen we als zorgraad om het MOPB mee te ondersteunen en daar personeel voor in te zetten. Maar we zijn ons bewust dat als elk netwerk die vraag gaat stellen, we goed moeten bekijken of we dit aan dezelfde intensiteit kunnen doen.”
Contact
Vragen over een bepaald topic? Vul onderstaand formulier in en contaceer ons.