Skip to content

OverHoop breidt uit!

Met de kick-off op 9 december 2024 begon een nieuwe fase voor ‘OverHoop’, een ambitieus initiatief om trauma bij kinderen aan te pakken en te voorkomen. Na een succesvolle pilootfase in 2024 groeit het project in 2025 van 10 naar 60 initiatieven verspreid over Vlaanderen.

Van 10 naar 60 projecten
Vanaf januari 2025 wordt het aantal projecten opgeschaald naar 60, met als doel in elke eerstelijnszone samenwerking te stimuleren en zoveel mogelijk mensen te bereiken en inspireren. Zorgraden spelen in deze derde fase een centrale rol. Zij werken samen met een coach en hun netwerk aan doelgerichte projectplannen die ervoor moeten zorgen dat er in hun eerstelijnszone beweging komt rond het thema, met oog op verduurzaming.

Gerichte samenwerking
De focus ligt op het verder uitrollen van bestaande methodieken, afgestemd op de behoeften van elke eerstelijnszone. Vanuit gekende of nieuwe netwerkpartners van de zorgraad bestaat er vaak al veel expertise over de aanpak van vroegkinderlijke traumatisering. De nauwere samenwerking tussen zorgraden en actoren uit Opgroeien en VAPH biedt een belangrijke opportuniteit om deze samenwerking op een concrete en gerichte manier vorm te geven, en de impact van deze projecten te maximaliseren.

Zorgraden als drijvende kracht
Van de 60 projecten nemen 55 zorgraden de rol van penhouder op zich. Hun ervaring en netwerk zijn essentieel voor de succesvolle implementatie en verankering van de plannen. Daarom gingen wij in gesprek met de voorzitters van Eerstelijnszone West- en MidWest-Limburg.

Annemie Hendrickx: Voorzitter ELZ West-Limburg
Jan Gilissen: Voorzitter ELZ MidWestLim

Zorgraad aan het woord

Kunnen jullie kort uitleggen wat het OverHoop-project precies inhoudt en hoe dit bij jullie terechtkwam

Annemie: Het OverHoop-project is mogelijk gemaakt dankzij de steun van de Koning Boudewijnstichting (KBS) en richt zich op het versterken van de eerstelijnszorg bij het omgaan met negatieve ervaringen van kinderen en jongeren. Het project wordt begeleid door een coach vanuit KBS, die een cruciale rol speelt in de ondersteuning van onze eerstelijnszones bij het opstellen en opvolgen van werkplannen. Zo zorgen we dat deze lokaal afgestemd en effectief uitgerold worden.
Jan: Het doel is vooral het vroegtijdig signaleren en beter omgaan met ontwikkelingstrauma’s bij kinderen en jongeren. We willen zorg- en hulpverleners in de regio’s MidWestLim en West-Limburg bewust maken van de impact van deze trauma’s. Via concepten zoals de “kindreflex” en het “niet-pluis-gevoel” geven we hen tools om sneller en effectiever te handelen.
Annemie: Daarnaast organiseren we ook opleidingen voor zorgverleners en onthaalmedewerkers. Het gaat niet alleen om bewustwording, maar ook om praktische handvatten. We werken intensief samen met initiatieven zoals Winstroom, zodat kinderen en gezinnen sneller de juiste hulp krijgen.
Jan: We trekken die samenwerking breder, bijvoorbeeld met welzijnsorganisaties zoals het CAW. Zij ondersteunen gezinnen in complexe situaties, zoals echtscheidingen of verslavingsproblematiek, die anders vaak traumatisch uitpakken voor kinderen.

Wat was de aanleiding voor dit project?

Annemie: In onze eerstelijnszones merkten we dat signalen van trauma vaak te laat werden opgepikt. Hoewel er bewustzijn was, verliep de samenwerking tussen zorgprofessionals niet optimaal. Ze kennen elkaars werking onvoldoende, waardoor kansen gemist worden. Door aan te sluiten bij Winstroom, dat al ervaring heeft met kwetsbare gezinnen, konden we die lacune opvullen en een breed gedragen oplossing ontwikkelen.
Jan: Precies. We wilden niet alleen bewustwording creëren, maar ook praktische tools en concrete acties ontwikkelen

Waarom kozen jullie ervoor om als penhouder op te treden?

Jan: Als voorzitters van de ELZ’s (eerstelijnszones) hebben we goed zicht op de regionale behoeften en het netwerk van zorgprofessionals. Het lag voor de hand om de sturende rol op ons te nemen. We kunnen zo verschillende partners samenbrengen voor een effectieve aanpak.
Annemie: Bovendien werken wij dagelijks met professionals die gezinnen in kwetsbare situaties ondersteunen. Door als penhouder op te treden, kunnen we zorgen voor een integrale aanpak waarbij alle betrokkenen hun krachten bundelen.

Hoe hebben jullie het OverHoop-project vormgegeven?

Annemie: Samen met de coach, ELZ-stafmedewerkers en voorzitters hebben we een plan van aanpak opgesteld. Daarna hebben we kernpartners bevraagd om bestaande initiatieven te identificeren waarop we konden voortbouwen. Deze inzichten hebben we besproken met de clusters welzijn, een groep van ongeveer 30 partners. Zo kwamen we gezamenlijk tot het besluit om aan te haken bij Winstroom.
Jan: Winstroom is het onthaalteam van het samenwerkingsverband Gezin Centraal, dat actief is in onze regio’s. Dankzij hun sterke netwerk met welzijnsorganisaties was het vrij eenvoudig om consensus en draagvlak te creëren

Wat zijn jullie doelen op korte en lange termijn?

Annemie: Op korte termijn willen we een cultuurverandering inzetten. Zorgprofessionals moeten zich meer bewust worden van ontwikkelingstrauma’s en leren hoe ze deze tijdig kunnen signaleren. Ook willen we bestaande netwerken zoals Winstroom beter bekend maken, zodat doorverwijzing soepeler verloopt.
Jan: Op lange termijn streven we naar structurele veranderingen. Het aanpakken van trauma’s moet een vast onderdeel worden van het zorgbeleid. Samenwerking en netwerkvorming blijven daarbij cruciaal.
Annemie: Het project helpt ook om nieuwe partners, zoals Opgroeien, te integreren in onze ELZ-netwerken. Bovendien kunnen we via dit project de rol van de ELZ’s versterken, wat vertrouwen wekt bij bestaande en toekomstige partners

Hoe verloopt de samenwerking met andere organisaties?

Jan: Samenwerking is de sleutel tot succes. We werken met partners binnen en buiten de eerstelijnszorg, zoals Winstroom en CAW. Deze samenwerking verloopt via werkgroepen en overlegmomenten, wat zorgt voor een geïntegreerde aanpak.
Annemie: We blijven ook nieuwe partners betrekken. Door hen actief te laten deelnemen aan werkgroepen, versterken we het draagvlak en vergroten we de impact van het project.

Hoe gaan jullie de impact van het project meten?

Annemie: De exacte aanpak wordt door de werkgroep verder uitgewerkt. Maar we willen zowel kwantitatieve gegevens, zoals het aantal deelnemers aan opleidingen en werkgroepen, als kwalitatieve inzichten verzamelen via enquêtes en focusgroepen.
Jan: Het gaat erom dat we niet alleen cijfers hebben, maar ook begrijpen hoe onze aanpak in de praktijk werkt en waar verbetering mogelijk is.

Wat hopen jullie dat andere zorgorganisaties van dit project leren?

Annemie: We willen laten zien hoe belangrijk een geïntegreerde aanpak en samenwerking zijn. Door netwerken te versterken en zorgprofessionals op te leiden, kun je blijvende veranderingen in de zorgpraktijk realiseren.
Jan: Hopelijk wordt onze aanpak breder opgepikt en leidt het tot structurele veranderingen, ook buiten onze regio’s.

Hoe zien jullie de toekomst na dit project?

Annemie: We hopen dat de netwerken verder groeien en dat de opgedane kennis structureel wordt ingebed in de zorgpraktijk, zelfs na afloop van de financiering.
Jan: Het is een langdurig proces, maar we geloven dat we een stevige basis hebben gelegd voor een duurzame verandering in de aanpak van ontwikkelingstrauma’s.

Op de hoogte blijven van het verdere verloop? Hou onze nieuwsbrief in de gaten.

Contact

Vous avez des questions sur un sujet particulier ? Remplissez le formulaire ci-dessous et contactez-nous. 

Nous respectons votre vie privée. Vos données seront toujours traitées de manière confidentielle.

Articles connexes